Smart-TV met CI+module

Een Smart-TV is kort gezegd een televisie die je eenvoudig verbindt met het internet. Door de toevoeging van een besturingssysteem worden dit “slimme” tv’s. De benaming van ‘Smart’ zegt het dus eigenlijk al. Eenmaal aangesloten op het netwerk installeer je diverse apps op je tv en zijn deze eenvoudig te gebruiken. Denk hierbij aan Netflix, YouTube, RTL XL of NOS Start. Het toestel kan dus meer dan simpelweg tv, film of games vertonen en afspelen. Sinds 2002 moet binnen de Europese Unie op basis van de Universeledienstrichtlijn 1) elke TV met een beelddiagonaal van tenminste 30 cm (14 inch) ook beschikken over tenminste één Common Interface, kortweg CI genoemd.

Wat is die Common Interface?

In het begin van het tijdperk van de betaal Televisie, waarbij je dus voor bepaalde programma’s moest betalen om ze te kunnen zien, is een coderingsmethode uitgevonden. De eerste was Mediaguard in 1996, maar die werd al binnen 2 jaar door hackers gekraakt; in vlot tempo kwamen er daarna, minder snel kraakbare coderingen op de markt zoals Mediaguard 2 (ook wel Seca II genoemd), Conax, Viacces, Nagravision en Cryptworks. In het begin van het tijdperk werd voor de decodering een smartcard (chipkaart) verstrekt die in een sleuf in het apparaat moest worden gestoken. Deze kaart was gevoelig voor storingen en kon bovendien eenvoudig worden gekopieerd. Om die reden werd de Common Interface ontwikkeld.

Door het Digital Video Broadcasting-Consortium werd de standaard vastgelegd voor de Common Interface. Sindsdien staat de decodering op een Conditional Access Module (kortweg CAM) die als een insteekkaart in de Common Interface van het apparaat steekt. Door deze constructie is de “kaart” niet meer eenvoudig te kopiëren.
Bij gebruik van de standaard Common Interface zijn de door de CAM ontsleutelde beelden zonder beperkingen te gebruiken. Je kunt ze opslaan en bewaren of zelfs vermenigvuldigen. Bij de opkomst van meerdere diensten van betaal-TV-providers ontstond de behoefte om aan dat gebruik beperkingen op te leggen. Door die maatschappijen werd, ieder voor zich, een variant op de CI-module bedacht: de CI+module.
Enkele van de beperkingen die de programma-aanbieder aan de consument via CI+ kan opleggen zijn:

  1. verbieden dat een programma kan worden opgenomen
  2. verbieden dat een opgenomen programma kan worden gekopieerd
  3. verbieden dat een opgenomen programma na een bepaalde tijd nog kan worden bekeken
  4. verbieden dat bij het afspelen van een opgenomen programma de reclame wordt overgeslagen
Gecertificeerde apparaten

Het effect hiervan is dat er nu meerdere CI+modules op de markt aanwezig zijn. Voor de Nederlandstalige markt zijn dat onder meer de modules van Ziggo, UPC, Delta, Telenet, CanalDigitaal en Joyne. Helaas hebben de providers er voor gekozen om ieder voor zich de CI-module aan te passen en niet de insteekbare CAM. Om die reden zijn er nu dus veel verschillende CI+modules die ingebouwd zitten in de apparaten en heeft de industrie niet meer de mogelijkheid om er eén standaard van te maken.
De producenten van apparaten die van de EU verplicht zijn om een CI_module in te bouwen, moeten nu dus kiezen: zet ik er één in van Ziggo, of van Joyne of zelfs nog een andere? En de keus die de producent maakt zorgt er dan voor het apparaat werkt met de CAM-module van ZIggo of van Joyne. We zeggen dan dat het apparaat Ziggo-gecertificeerd is.

De nieuwste ontwikkelingen

Sinds kort worden muziekbestanden regulier via internet aangeboden zonder kopieerbeveiliging omdat die kopieerbeveiliging er voor zorgde dat een groot aantal mensen het bestand niet kon afspelen en dus beluisteren; nu die beveiliging er af is gehaald heeft de consument geen moeite meer om het bestand af te spelen en is de omzet van de producent enorm gestegen. In Zwitserland is de grootste kabel-exploitant door de klanten al gedwongen om de signalen onversleuteld door te geven en in Duitsland hebben de meeste Länder (Nord-Rhein-Westfalen onder andere, net zo groot als Nederland) zich nog steeds uitgesproken tegen een versleuteling van TV-beelden te zijn. Wanneer de chaos op het gebied van de gecodeerde TV-aanbieders hoe langer hoe groter wordt zullen zij wel moeten inzien dat het einde van dat tijdperk wordt bereikt. We zullen zien.

laatstelijk bewerkt: 7 januari 2020


1). Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn). Klik hier als je hem wilt inzien. <terug>