Vooraf wil ik je even waarschuwen. Op deze site probeer ik zo objectief mogelijk te zijn om de mede-camperaar van zo veel mogelijke onpartijdige informatie te voorzien. Op sommige punten kan ik mij iets moeilijker beperken tot objectieve informatie en dat is het geval als het over de luxe van de camper gaat. Natuurlijk, ik ga op vakantie ook wel eens graag onder een ruim spattende douche en wil dan plek voldoende om me eens lekker af te drogen. Maar ik hoef deze “overbodige luxe” (ja, mijn mening) niet beschikbaar te hebben in mijn camper. Hoe wij het leven in onze camper zo aangenaam mogelijk hebben ingericht, daar gaat deze pagina over. Voor ons is camperen kamperen met een kleine c.
Ik herinner me onze eerste grote tocht met de eerste camper, een Hymercamp 55 uit 1986, nog als de dag van gisteren. Wat een luxe! Tweepits gastoestel in de keuken, koelkast met vriesvakje, eigen toilet bij de hand, een warm water-douche en plaats genoeg voor ons hele gezin met de twee kinderen van toen 10 en 11 jaar oud. Een TV hadden we niet bij ons, want we gingen naar Frankrijk en die hadden een ander systeem (Secam) waarvoor onze kleine zwart-tv niet geschikt was. Wel een wereldontvanger korte golf en dwars door de Mexicaanse Hond (zoek het maar eens op op Wikipedia) kon je ‘s avonds tussen 10.00 en 11.00 uur het Nederlandse nieuws volgen.
We hadden geen directe bestemming, we zagen wel waar we terecht zouden komen. Onderweg werd er gezwaaid naar de enkele medecamperaar die je tegen kwam (wat is dat nu ontzettend anders!) en we stopten daar waar we het leuk vonden. Veelal stonden we in kleine dorpjes naast de kerk en meestal kregen we in de loop van de avond wel bezoek van een andere camperaar die ons dan zag staan en zijn camper ook op de camperplaats in wording neerzette. Echte camperplaatsen waren er nauwelijks; wilde je voorzieningen dan moest je uitwijken naar een camping. In de loop der jaren is er veel veranderd; niet alleen wat campers zelf betreft, hun uitvoering, hun techniek en hun gebruiksmogelijkheden, maar ook in de wijze waarop van campers heden ten dage gebruik wordt gemaakt. En toch …….. er blijven uitersten zichtbaar. Ieder zijn meug en dat maakt het juist zo mooi. En ook al ga je met de tijd mee, pappie, je kunt nog altijd in “the eighties” blijven hangen.
Gewicht.
Vergeleken met de huidige generatie campers waren de eerste massa-exemplaren lichtgewichten. De genoemde Hymercamp 55 had een leeg gewicht van 2400 kg en een MTM van 3000 kg. Je had dus voor 5 personen een laadvermogen van 600 kg. Met het voortschrijden der jaren klom ook het gemiddelde gewicht van de nieuwe campers. De camperbouwers kwamen tegemoet aan de vele vragen van consumenten die alsmaar meer luxe en dus gewicht wilden: aparte doucheruimte, grotere garage, Satelliet-TV met automatische schotel, zonnepanelen, luifel, airco, grotere boiler, tot zelfs centrale verwarming aan toe. Op zich is daar niets mis mee, zij het dat de camperbouwers en in hun kielzog de verkopers het doen voorkomen dat een camper besturen met een B-rijbewijs geen enkel probleem is. Een nieuwe camper met een rijklaar gewicht van boven de 3000 kg is geen uitzondering. Wat dacht je van de Bürstner Ixeo 728G, een 5 persoon half-integraal met een rijklaar gewicht van 3160 kg en een Technische maximaal toegestane massa van 3500 kg; ja, je leest het goed, het is ook nog eens een technisch toelaatbare massa van 3500 kg, dus ophogen naar C1-rijbewijs is niet mogelijk. Hoe wil je daar nu nog in hemelsnaam met 5 personen mee de weg op kunnen?
Kijk, tegen die grotere luxe kun je onmogelijk bezwaar hebben, maar bedenk dat je daardoor bijna onafwendbaar naar een hogere gewichtsklasse moet gaan en dus naar een C1-rijbewijs. Met die grotere en zwaardere campers wordt Camperen inderdaad Kamperen met een grote C. Hieronder het lijstje van de nieuwe campers met hun rijklaar gewichten. De groene serie is voor 5 personen en een B-rijbewijs nog te doen, de gele serie beperkt je al wel in het vrij staan (met name de watervoorraad is dan een probleem) en de rode serie is eigenlijk niet te doen; dan moet je overschakelen naar een C1-rijbewijs.

Kortom, wil jij Camperen met Luxe en niet “behelpen” en ben je met iets meer dan 2 personen, dan zit er niet veel anders op dan met een grotere camper rond te trekken en heb je ook een dienovereenkomstig rijbewijs nodig. Wil je dat laatste niet, dan wordt het Kamperen met een Camper. Maar hoe je ook dat aangenaam kunt laten zijn zal ik hieronder proberen aan te geven.
Techniek
Je hoeft niet per sé luxe te ontberen als je wilt besparen op gewicht. Ik geef drie voorbeelden:
1. Airco: Ga je naar Zuidelijke landen in de zomer dan kan het – zoals in ons geval – op medische gronden nodig zijn dat je de camper kunt koelen. Dat kan met een airco, maar die heeft als nadeel dat die bijna alleen op 230V wisselspanning kunnen werken en je dus aan walstroom moet staan; bovendien weegt zo’n ding al heel gauw 25 kg. Je kunt overwegen om een diabatische koeler op 12V aan te schaffen; die doen nauwelijks onder voor een airco, maar wegen nog niet de helft. De Neil Airco 12V weegt bijvoorbeeld 14 kg en heeft een koelvermogen van 6000 BTU. Ter vergelijking: de Dometic Freshjet 1700 heeft een koelvermogen van 5800 BTU. Meer informatie kun je op de pagina Koelen op 12V vinden.
2. Satelliet-schotel: Op het gebied van TV kijken kun je ook veel gewicht besparen, zonder al te veel aan luxe in te leveren. Toegegeven, een automatische schotel moet je dan inwisselen tegen een handbediende en je zult een goede satelliet-peiler moeten aanschaffen om het afstellen van de schotel te vereenvoudigen. Maar een absoluut voordeel: je hebt geen enkele update meer nodig (iets waar automatische schotels veel last van kunnen hebben) en je leert ook een klein beetje bij, waardoor je, als je geen beeld hebt, niet onmiddellijk met jouw handen in het haar zit. En omdat je toch al wat overbodige luxe thuis laat heb je in de garage bergruimte genoeg om deze kleine schotel op te bergen. Absoluut bijkomend voordeel: voor maximaal € 250,- heb je de beste schotel voor consumenten die er is (Bente B&R 68 cm), op een Inox statief dat tot windkracht 7 blijft staan met een totaal gewicht van 3 kg, terwijl jij onder bomen in de schaduw kunt staan en de schotel in de volle zin zicht heeft op de satelliet; bovendien is er nagenoeg 1) geen stroom nodig om de schotel af te stellen. Ter info: een Oyster V Premium weegt 13 kg. Meer informatie op deze site in de Hoofdgroep Media / TV en dan het onderdeel Satelliet-TV.
3. Oven: Wil je oven gerechten kunnen klaar maken dan zijn er twee alternatieven: een Omnia-pan of een opvouwbare oven van Coleman. De Omnia-pan is, zoals het woord al zegt, een pan, waar je broodjes en één-pans-ovengerechten in klaar kunt maken. Wil je een echte oven waarin je bijvoorbeeld ook een pizza kunt bakken, dan ben je aangewezen op de opvouwbare Coleman-oven. Deze plaats je op een vuur (gaspit, benzine-brander of zelfs een houtvuurtje) en je houdt de temperatuur in het oog. Hij weegt 3 kg.
Op camper-techniek zelf kun je niet zo heel veel besparen. Of je nu een compressor-koelkast of een absorptie-koelkast neemt, in gewicht doen die twee niet voor elkaar onder, evenmin in koelcapaciteit. Bij een compressor-koelkast ben je altijd aangewezen op elektriciteit als energiebron, bij een absorptie-koelkast heb je als extra bron de gasvoorraad. Over gasvoorraad gesproken: je zou kunnen overwegen om jouw stalen gasflessen in te wisselen tegen aluminium-flessen. Op twee gasflessen van 11 kg inhoud (of 22 ltr LPG-inhoud, dat is hetzelfde) bespaar je zo in totaal 11 kg aan gewicht (dat ze beide 11 kg zijn is toeval), zonder dat je op luxe inlevert.En woon je dicht bij Duitsland? Koop die aluminium-gasfles daar: voor € 85,- heb je hem bij Hornbach.
Stroomvoorziening
Het belangrijkste onderdeel dat bijdraagt aan de luxe van de camper is de elektrische voorziening. Daar kun je in feite alleen maar op besparen door óf het aantal apparaten te verminderen óf op een slimme manier met de beschikbare energie om te gaan óf nieuwe technologie (LiFePO4-accu) te gebruiken. Het aantal apparaten verminderen ligt zo voor de hand dat ik daar niet echt veel verder op in ga. Zelf heb ik een hekel aan al die Senseo-apparaten, Nespresso’s, elektrische waterkokers e.d. die niet echt veel toevoegen aan luxe, alleen in tijd en gemak voordelen bieden. Je kunt heel eenvoudig koffie zetten met een filter en heet water uit een fluitketeltje, maar bovendien zijn er ook (Italiaanse) hand-espresso apparaten te verkrijgen die wel degelijk een echte espresso bereiden met alleen maar heet water (uit een pannetje of ketel bijvoorbeeld) in plaats van een slap aftreksel zoals een Nespresso of Senseo. En zelfs, OMG, kun je jouw vertrouwde senseo-pad daar in stoppen!
Slim met energie omgaan is een heel ander punt. Ik wil hier even onze thuissituatie aanhalen. Vroeger hadden wij de beschikking over een dag- en nachtstroom-meter. De elektriciteit kostte gedurende de nachtperiode minder per kWh dan overdag en daarom hadden we ons aangewend om de wasmachine , de wasdroger en de vaatwasmachine ‘s nachts te laten werken. Die apparaten slurpten immers de meeste energie op. Sinds wij zonnepanelen op ons dak hebben liggen is onze doelstelling om die opgewekte energie (16A bij 230V gedurende ongeveer 10 uur per dag) onmiddellijk te gebruiken en niet terug te leveren aan het net: onmiddellijk gebruiken levert ongeveer 3,5 maal zoveel besparing in geld op dan terugleveren. Tegenwoordig wassen, drogen en doen we de vaat overdag in plaats van ‘s nachts. Eenzelfde manier van werken kun je je ook aanwennen in jouw camper.
Op het dak van onze camper ligt 230Wp aan zonnepanelen, die gedurende de zomermaanden per dag bijna 1100Wh zouden kunnen opwekken. Nu verbruiken wij slechts gemiddeld 375 Wh en dus liggen die panelen voor ongeveer een derde van de tijd werkloos op het dak. Door nu bijvoorbeeld de fietsaccu of de laptop, de Iphone’s e.d. overdag op te laden terwijl de zon schijnt, blijft onze 110 Ah gel-accu netjes vol en worden die apparaten toch geladen. Wij hoeven dan geen zwaardere accu te installeren. En waarom dan die “overcapaciteit” zou je je kunnen afvragen. Het antwoord is simpel: er is alleen in mei – augustus sprake van overcapaciteit. In de maanden maart, april, september en oktober kan ik die “truuk” alleen uithalen als mijn accumonitor aangeeft dat daar ruimte voor is. De zon staat dan zo laag aan de hemel dat ik amper of helemaal niet mijn dagelijkse behoefte aan elektriciteit gedekt krijg: dan zal ik dus beperkende keuzes moeten maken of die apparaten alleen maar opladen als we aan walstroom staan c.q. als we ons verplaatsen en de dynamo de nodige energie levert.
Tot slot de LiFePO4-accu. Afgezien van het feit dat ik een aperte tegenstander ben van het gebruik van deze accu vanwege het feit dat een elektronische schakeling, ingebouwd in de accu zelf, deze binnen de veiligheidsgrenzen moet houden, kan het plaatsen van deze accu geen echte oplossing bieden. Ik zeg voortdurend: als je een extra brood in de voorraadkast legt gaat jouw honger toch niet voor eeuwig over? En zo is het ook met de LiFePO4-accu. Het enige voordeel dat je zou kunnen bereiken is dat eenzelfde vermogen/capaciteit van een LiFePO4-accu veel minder gewicht met zich mee brengt. De maximale winst t.o.v. een 110 Ah Gel-accu bedraagt 11 kg en die 11 kg winst kost € 1000,- meer. Maar goed, dat is mijn persoonlijke mening, het zij nog maar eens benadrukt.
Tuinset en andere accessoires
Ik zie mede-camperaars wel eens een hele tuinset, bestaande uit 4 stoelen en een tafel neerzetten terwijl ze maar met zijn tweeën zijn. Wij hebben die neiging altijd goed kunnen onderdrukken. Wij hebben twee stoelen bij ons en een aluminium zogenaamde rol-tafel: een tafel die je zelf moet opbouwen van een onderstel en een blad dat bestaat uit opgerolde aluminium profielen. Daarnaast hebben we nog een klein plastic klaptafeltje voor het geval we maar een dag op een plek staan en we alleen even tijdelijk ons glas wijn neer willen zetten. Bezoek is van harte welkom, maar moet dan wel zijn eigen stel meenemen; de ervaring leert dat ze dat helemaal niet erg vinden.
Naast deze tuinset slepen we niet veel meer mee: een klein gereedschapskistje met de noodzakelijke gereedschappen en een multimeter (altijd handig), wat reserveonderdelen (zie dit lijstje) een opvouwbare, oprolbare waterslang en een wasrekje. Onze wasmachine voor onderweg bestaat uit een paardenvoerton, die, als hij niet in gebruik is als wasmachine, dienst doet als wasmand voor de vuile was.
Tot slot: we hebben ook nog de Coleman benzinebrander bij ons waar we buiten op koken als het weer het toe staat; bovendien, als je vis wilt bakken is dat wel zo handig. Je voorkomt dat de hele camper naar vis begint te ruiken.
Tot slot: wil je weten hoe wij met onze inventaris ruimschoots uitkomen in een camper met een leeg gewicht van 2682 kg en een Maximum Toegestane Massa van 3400 kg, neem dan een kijkje op deze pagina.
1) De Sathero satelliet-peiler gebruikt de spanning van jouw satelliet-receiver om je te helpen de juiste satelliet te vinden; in zoverre kan het niet helemaal zonder. Maar het opgenomen vermogen is bijzonder klein: 30 mA in stroomsterkte en bijgevolg 400 mWh. <terug>
Laatstelijk bijgewerkt: 7 maart 2020