Het auteursrecht “is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld”. Zo luidt artikel 1 van de Auteurswet sinds 1912. Auteursrechtelijk beschermd werk wordt meestal aangeduid met het symbool ©.
Vóór de uitvinding van de boekdrukkunst, algemeen aangenomen rond 1450, was er geen behoefte aan iets dat op het beschermen van kunstwerken geleek; het was immers niet goed mogelijk om een (kunst)werk te vermenigvuldiging. Daarna werd het wel mogelijk en het schijnt dat Albrecht Dürer (1471-1528) als eerste een soort van auteursrecht op zijn werken heeft afgedwongen. In de tijd dat we ons nog verplaatsten met kar en paard werd de bescherming van (kunst)werken nationaal geregeld; in Nederland voor het eerst bij de Boekenwet 1803 tijdens de Bataafse Republiek, gevolgd door drie opeenvolgende Auteurswetten, die van 1817, 1881 en uiteindelijk 1912. Schendingen van het auteursrecht vonden incidenteel plaats, want je ‘vervalste’ niet zo snel een schilderij of herdrukte delen van een boek in 1812. Daar kwam verandering in toen de fotografie werd uitgevonden door Joseph Nicéphore Niépce in 1826, wiens eerste foto “Uitzicht uit het raam” hiernaast is opgenomen (met dank aan Wikipedia). Internationaal zijn er twee verdragen (de Berner Conventie van 1886 en de Universele Auteursrecht Conventie van 1952) die regelen dat ‘vreemden’ dezelfde auteursrechtelijke bescherming genieten als eigen onderdanen; je hebt dan als auteursrechthebbende dus meerdere verschillende ‘nationale auteursrechten’ en dus kun je als auteursrechthebbende te maken hebben met Nederlandse regels, maar ook met die van de Common Law in de Angelsaksische landen.1)
In tegenstelling tot octrooi of patent kun je het auteursrecht niet aanvragen; het ontstaat op het moment dat je iets nieuws, origineels en unieks maakt dat zintuigelijk waarneembaar is (zien, horen, voelen). Auteursrechten voor afbeeldingen of foto’s bijvoorbeeld gelden echter alleen als die origineel zijn, d.w.z. dat de fotograaf creatieve keuzes heeft gemaakt. Hoewel de lat hiervoor zeer laag ligt, zijn sommige foto’s nu eenmaal niet origineel genoeg. Zo heeft de Rechtbank Noord-Holland op 6 april 2017 (sectie Kanton, Zaaknr./rolnr.: 5512402 \ CV EXPL 16-6708) uitspraak gedaan in een zaak waarbij het ging om het gebruik van een foto van een temperatuurmeter in een auto. Daaromtrent overwoog de rechtbank:”Voor auteursrechtelijke bescherming van afbeeldingen in de zin van artikel 1, gelezen in samenhang met artikel 10 lid 1 sub 9 Auteurswet (Aw) is volgens vaste rechtspraak vereist dat deze afbeeldingen een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen.(..) De foto betreft een natuurgetrouwe zo duidelijk en correct mogelijke close-up van een temperatuurmeter in een auto. Dat daarbij variaties mogelijk zijn in de belichting, afstand en hoek, zoals door Masterfile en Mediapro ter zitting naar voren is gebracht, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om te kunnen spreken van een oorspronkelijk werk.(..) Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen komt de kantonrechter tot het oordeel dat onderhavige foto geen werk is in de zin van artikel 1, gelezen in samenhang met artikel 10 Aw, omdat zij een onvoldoende eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het een persoonlijk stempel van de maker ontbeert.” Hier rechtsboven is als voorbeeld van een afbeelding waar géén auteursrecht op kan rusten opgenomen, omdat deze afbeelding géén oorspronkelijk werk is dat het stempel, de eigen creativiteit van de maker draagt.
Met de opkomst van de informatietechnologie ontstonden nieuwe vormen van het delen van informatie en in een tempo/snelheid die voorheen ongekend was. Dit noodzaakte de Europese Raad, bijeen op 24 en 25 juni 1994 op Korfoe te benadrukken dat op het niveau van de Gemeenschap algemene, soepele rechtsregels tot stand worden gebracht ter bevordering van de ontwikkeling van de informatiemaatschappij in Europa. Hieraan heeft het Europees Parlement en de Raad van Europa gevolg gegeven door op 22 mei 2001 de “Richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij” vast te stellen met onder meer als overweging “De technologische ontwikkeling heeft de vectoren voor schepping, productie en exploitatie in aantal en verscheidenheid doen toenemen. Hoewel voor de bescherming van de intellectuele eigendom geen behoefte aan nieuwe concepten bestaat, zullen het huidige auteursrecht en de huidige naburige rechten moeten worden aangepast en aangevuld om adequaat op economische gegevenheden zoals nieuwe exploitatievormen te kunnen reageren.”
Belangrijk zijn in dit kader de bepalingen van artikel 2 en artikel 3 van de Richtlijn:
Artikel 2 Reproductierecht
De lidstaten voorzien ten behoeve van auteurs, met betrekking tot hun werken,(..) in het uitsluitende recht, de directe of indirecte, tijdelijke of duurzame, volledige of gedeeltelijke reproductie van dit materiaal, met welke middelen en in welke vorm ook, toe te staan of te verbieden.
Artikel 3 Recht van mededeling van werken aan het publiek en recht van beschikbaarstelling van ander materiaal voor het publiek
De lidstaten voorzien ten behoeve van auteurs in het uitsluitende recht, de mededeling van hun werken aan het publiek, per draad of draadloos, met inbegrip van de beschikbaarstelling van hun werken voor het publiek op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn, toe te staan of te verbieden.
De juridische worsteling met de nieuwe informatietechnologie
Het is altijd al de kunst geweest om oude regels opnieuw te interpreteren als het om de toepassing op nieuwe gebieden gaat. Bij de vaststelling van de Auteurswet konden ze in 1912 niet bevroeden dat er 75 jaar later iets als internet zou ontstaan met geheel nieuwe manieren om iets openbaar te maken, mee te delen, te kopiëren, vermenigvuldigen, verwijzen etc.
Al onmiddellijk kwam de vraag op wat de juridische betekenis is van een hyperlink (meestal kortweg als link aangeduid) en wat de gevolgen daarvan zijn. Een hyperlink is een ICT-term die duidt op een link, een verwijzing in een internet-pagina (gemaakt in Hyper Text Markup Language, HTML) die door de gebruiker gevolgd kan worden. Het volgen van een hyperlink (bijvoorbeeld door erop te klikken) roept een andere plek in de hypertekst op. Daarbij kennen we drie soorten: een hyperlink, die verwijst naar een andere website op het internet, een deeplink, die verwijst naar een andere plek binnen dezelfde website en een bookmark (in feite ook een link) die verwijst naar een ander deel op dezelfde webpagina (zoals bijvoorbeeld alle voetnoten op deze pagina). Door er op te klikken, dus door een handeling van de gebruiker, wordt de verwijzing geactiveerd en gevolgd. Nu is er ook een bijzondere vorm van een hyperlink, de inline-link: deze wordt automatisch uitgevoerd op het moment dat de webpagina wordt getoond en voor de gebruiker is het niet onmiddellijk duidelijk dat hier sprake is van een link. Op deze pagina is zo’n inline deep-link gebruikt om de afbeelding van de Europese vlag hierboven te laten zien, maar een inline link is ook gebruikt voor de afbeelding rechts in deze alinea. Zie je enig verschil (behoudens de afbeelding zelf) tussen deze afbeelding en de afbeelding van de Europese Vlag, een paar alinea’s hierboven? Nee natuurlijk niet, maar de Europese Vlag is een kopie uit het Publieke Domein (vrij van auteursrechten) die in de afbeeldingen-map van deze site is opgeslagen en van daaruit door middel van een inline deep-link wordt vertoond, terwijl de web-link-afbeelding van Oxford Web Studio de afbeelding is die op haar eigen website staat en die je hier kunt vinden. Noch die afbeelding, noch een kopie daarvan staat op deze website; wat je ziet is de bron-afbeelding zelve door middel van een inline-hyperlink en als de eigenaar de bron weghaalt, zie je op mijn site niets meer (niet eens iets dat aangeeft dat de afbeelding is verdwenen.). Hetzelfde zou gebeuren als ik op mijn webspace de afbeelding van de Europese vlag zou verwijderen of verplaatsen; ook dan is die op deze pagina niet meer zichtbaar. Zou de Europese vlag echter een beschermd werk zijn geweest, dan mocht ik hem wel kopiëren (voor eigen gebruik), maar niet vervolgens publiceren, op deze website zetten; dan zou ik inbreuk maken op het auteursrecht.
Nu er visueel geen verschil is tussen de inline-deeplink en de inline-link naar externe data kun je je afvragen waarom je zou kiezen voor een inline-deeplink. Het antwoord is simpel: als het om eigen werk gaat is er geen andere mogelijkheid. Gaat het om werk uit het publiek domein (dat per definitie auteursrechtenvrij is) dan kun je kiezen voor een inline-link naar externe data, maar dat heeft als nadeel dat je het altijd moet ‘bijhouden’: als de web-beheerder het werk verplaatst moet jij jouw link aanpassen aan de nieuwe situatie of de alsdan ‘dode’ link verwijderen. Het is daarom eenvoudiger om dat auteursrechtenvrije werk te kopiëren (hetgeen mag!!) en op jouw webspace te plaatsen. En tot slot zijn er natuurlijk ook nog de twijfelgevallen. Auteursrecht wordt juridisch alléén verkregen als het werk creatief, origineel of uniek is, zoals we hierboven hebben gezien. Produktfoto’s van een koffiekan of een bad-eend tegen een witte achtergrond zijn dat per definitie niet, zoals de hier rechts naast door mijzelf gemaakte foto van mijn gebruikte Bialetti en als gevolg daarvan rust op dergelijke afbeeldingen geen auteursrecht. Je zou je dus kunnen afvragen of de afbeelding van de Bialetti Mokka in deze alinea hier links boven wel auteursrechtelijk beschermd is (Wikipedia zegt CC by SA, hetgeen betekent dat het vrij mag worden gekopieerd, gepubliceerd e.d. mits de naam wordt vermeld). Ik ben van mening dat in Nederland daar geen auteursrecht op kan rusten, maar doe niet flauw. Bij deze: (© Di Bialetti Industrie – Opera propria)
Voorbeelden van de verschillende links met code
Omdat voor velen de verschillen tussen hyperlink, embedded link, inline-link en deep-link niet erg duidelijk is, zal ik van alle vier een voorbeeld geven met de daarbij behorende code.
De ‘normale’ hyperlink:
Wiens code hieronder opgenomen is met de deep-link (in HTML als <img scr=”https://www.zwiebelfam.nl/wp-content/uploads/2024/07/hyperlink.png“> naar de afbeelding van de code):
Resultaat:
Ga naar de pagina van het Europese Hof van Justitie (opent in een nieuw venster)
De embedded pagina:
Hetzelfde resultaat, maar dan verschijnt de gelinkte pagina automatisch in een frame op deze webpagina.
Wiens code hieronder opgenomen met de deep-link (<img scr=”https://www.zwiebelfam.nl/wp-content/uploads/2024/07/code_empad.png“> naar de afbeelding van de code):
Resultaat:2)
(Embedded page Europese Hof van Justitie)
De embedded afbeelding met een inline-link:
Hierbij verschijnt de afbeelding vanuit de andere website op deze webpagina, zonder dat er een andere actie van de gebruiker wordt gevraagd dan het openen van deze webpagina
Wiens code hieronder opgenomen met de deep-link (<img scr=”https://www.zwiebelfam.nl/wp-content/uploads/2024/07/iline_link.png”> naar de afbeelding van de code)
Resultaat:
Levert een link schending van het auteursrecht op?
Het is nu juridisch de vraag of een link een schending van het auteursrecht kan opleveren. Sommigen vinden dat een link zelf niets meer is dan een verwijzing naar de bron en volgens het auteursrecht mag verwijzen altijd. Anderen zijn van mening dat het plaatsen van een link tot gevolg heeft dat (technisch) een kopie wordt gemaakt van het deel waar de link naar verwijst op de server waar de bron staat, een kopie die vervolgens naar de computer van de gebruiker wordt gezonden en die dan op zijn scherm wordt getoond. Omdat de gebruiker telkens een ander kan zijn vindt dan, volgens hen, opnieuw openbaarmaking (publicatie) plaats en als het werk auteursrechterlijk was beschermd is die publicatie in strijd met het auteursrecht als de rechthebbende daar geen toestemming voor heeft gegeven. Daarover hebben zich vanaf het begin van het informatie-tijdperk verschillende rechters gebogen met ook eveneens verschillende uitkomsten. Eenheid en duidelijkheid was dus nodig, en die kwam gelukkig!!
De zaak Svensson versus Retriever
Zweedse rechters kregen in de zaak Svensson tegen Retriever die vraag voorgelegd. Svensson en 3 anderen, allen journalisten, hebben krantenartikelen geschreven die werden gepubliceerd, enerzijds, in de krant en, anderzijds, op de website van Göteborgs-Posten. Retriever Sverige exploiteert een website die haar klanten, volgens hun behoeften, lijsten van aanklikbare internetlinks naar op andere websites gepubliceerde artikelen verstrekt. Vast staat dat deze artikelen vrij toegankelijk zijn voor een ieder op de website van de krant Göteborgs-Posten. Svensson c.s. hebben een schadevordering tegen Retriever Sverige ingesteld op grond dat deze onderneming zonder hun toestemming bepaalde onderdelen van hun artikelen heeft geëxploiteerd door deze ter beschikking van haar klanten te stellen. Daarmee heeft Retriever Sverige volgens Svensson c.s. inbreuk gemaakt op hun uitsluitende recht om hun respectieve werken ter beschikking van het publiek te stellen, daar de klanten van deze onderneming dankzij de op haar website aangeboden diensten toegang hadden tot verzoekers’ werken. Hun verzoek is in eerste instantie door de rechtbank afgewezen, waarop Svensson c.s. hoger beroep tegen dat vonnis hebben ingesteld bij het Svea hovrätt (hof van beroep te Svea).
Daarop heeft het Svea hovrätt de behandeling van de zaak geschorst en het Europese Hof van Justitie verzocht om een (prejudiciële) beslissing over de volgende vragen:
- Is sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn [2001/29] wanneer iemand anders dan de houder van het auteursrecht op een bepaald werk, op zijn website een aanklikbare link plaatst naar het werk?
- Is het voor het antwoord op de eerste vraag relevant of het werk waarnaar de link verwijst, is geplaatst op een website waartoe iedereen zonder beperkingen toegang heeft dan wel of de toegang op enige wijze is beperkt?
- Moet bij de beantwoording van de eerste vraag onderscheid worden gemaakt tussen gevallen waarin het werk, nadat de gebruiker op de link heeft geklikt, wordt getoond op een andere website, en gevallen waarin het werk, nadat de gebruiker op de link heeft geklikt, aldus wordt getoond dat de indruk wordt gewekt dat het op dezelfde website verschijnt?
- Kan een lidstaat een ruimere bescherming bieden aan het uitsluitende recht van auteurs door onder het begrip ‚mededeling aan het publiek’ een groter aantal handelingen te verstaan dan die welke zijn genoemd in artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29?”
Voor zover hier van belang heeft het Hof het volgende beslist:
” Met zijn eerste drie vragen, die samen dienen te worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 aldus moet worden uitgelegd dat er sprake is van een handeling bestaande in een mededeling aan het publiek in de zin van die bepaling wanneer op een website aanklikbare links worden geplaatst naar beschermde werken die op een andere website beschikbaar zijn, met dien verstande dat de betrokken werken op die andere website vrij toegankelijk zijn.(..)
Zoals volgt uit artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 is er met name reeds van een „handeling bestaande in een mededeling” sprake wanneer een werk op zodanige wijze voor het publiek beschikbaar wordt gesteld dat het voor de leden van dit publiek toegankelijk is, zonder dat van beslissend belang is of zij gebruikmaken van die mogelijkheid (..).
Hieruit volgt dat (..) het plaatsen van aanklikbare links naar beschermde werken moet worden aangemerkt als een „beschikbaarstelling” en derhalve als een „handeling bestaande in een mededeling” in de zin van die bepaling.(..)
Evenwel blijkt uit vaste rechtspraak dat een mededeling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die dezelfde werken als de oorspronkelijke mededeling betreft en net als de oorspronkelijke mededeling via internet en dus op dezelfde technische wijze werd verricht, slechts onder het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 valt wanneer deze mededeling gericht is tot een nieuw (vet door mij, R.) publiek, te weten een publiek dat door de houders van het auteursrecht niet in aanmerking werd genomen toen zij toestemming verleenden voor de oorspronkelijke mededeling aan het publiek (..).
Daar er geen sprake is van een nieuw publiek, is derhalve geen toestemming van de houders van het auteursrecht vereist voor een mededeling aan het publiek als die in het hoofdgeding. Deze vaststelling wordt niet op losse schroeven gezet indien de verwijzende rechter zou vaststellen – hetgeen niet duidelijk blijkt uit het dossier – dat wanneer de internetgebruikers op de betrokken link klikken, het werk verschijnt en daarbij de indruk wordt gewekt dat het wordt getoond op de website waar de link zich bevindt, terwijl dit werk in werkelijkheid afkomstig is van een andere website. Deze bijkomende omstandigheid wijzigt immers niets aan de vaststelling dat het plaatsen op een website van een aanklikbare link naar een beschermd werk dat op een andere website is bekendgemaakt en vrij toegankelijk is, tot gevolg heeft dat dit werk ter beschikking van de gebruikers van eerstgenoemde website wordt gesteld en dus een mededeling aan het publiek vormt. Aangezien het niet gaat om een nieuw publiek, is evenwel in elk geval de toestemming van de houders van het auteursrecht niet vereist voor een dergelijke mededeling aan het publiek.Indien daarentegen een aanklikbare link de gebruikers van de website waarop deze link zich bevindt, in staat stelt om beperkingsmaatregelen te omzeilen die op de website waar het beschermde werk zich bevindt zijn getroffen teneinde de toegang van het publiek te beperken tot de abonnees ervan, en aldus een interventie vormt zonder welke die gebruikers niet zouden kunnen beschikken over de verspreide werken, dienen al deze gebruikers te worden beschouwd als een nieuw publiek dat door de houders van het auteursrecht niet in aanmerking werd genomen toen deze toestemming verleenden voor de oorspronkelijke mededeling, zodat de toestemming van de houders vereist is voor een dergelijke mededeling aan het publiek.(..)
Met zijn vierde vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 aldus moet worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een lidstaat een ruimere bescherming kan bieden aan de houders van een auteursrecht door te bepalen dat het begrip mededeling aan het publiek een groter aantal handelingen omvat dan die waarop deze bepaling betrekking heeft.(..)”
Daarop heeft het Hof geantwoord “dat artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 aldus moet worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een lidstaat een ruimere bescherming kan bieden aan de houders van een auteursrecht door te bepalen dat het begrip mededeling aan het publiek een groter aantal handelingen omvat dan die waarop deze bepaling betrekking heeft.”
Overigens, de gehele uitspraak kun je hier vinden.
De beslissing in klare taal:
De rechters oordeelden dat als het gaat om een auteursrechtelijk beschermd werk dat vrij toegankelijk is, er wel sprake is van een mededeling van een auteursrechtelijk beschermd werk doch niet aan een nieuw publiek. In dat geval hoeft degene die de link plaatst geen toestemming te vragen aan de houder van het auteursrecht. Pas indien het werk oorspronkelijk op een website staat die alleen voor abonnees toegankelijk is, is sprake van een mededeling aan een nieuw publiek. Heeft de website-beheerder anderszins maatregelen om het linken naar (bepaalde delen van) zijn website onmogelijk te maken, dan mogen deze maatregelen niet worden omzeild om alsnog toegang te krijgen tot de beschermde inhoud.
Ook de vraag of een lidstaat mag bepalen dat het hyperlinken naar een auteursrechtelijk beschermd werk, dat vrij toegankelijk is, wel onder het begrip mededeling aan een nieuw publiek valt, is door het Hof heel duidelijk afgewezen: dit mag niet. Een lidstaat moet in zijn wetgeving aansluiten bij de interpretatie van de richtlijn en mag de houder van een auteursrechtelijk beschermd werk niet meer rechten geven.
Nadere afbakening in latere arresten
Op basis van Svensson/Retriever kun je vaststellen dat:
1. je een (hyper)link op je website mag zetten die verwijst naar een auteursrechterlijk beschermd werk op een andere vrij toegankelijke website zonder dat je daarvoor de toestemming nodig hebt van de auteursrechthebbende;
2. dit evenwel niet is toegestaan indien die andere website alleen toegankelijk is voor leden of er andere beperkende maatregelen zijn getroffen waardoor het linken naar die beschermde werken niet vrij toegankelijk is. Zo kan een website-beheerder met een eenvoudig script voorkomen dat links naar (delen van) zijn website kunnen worden geëffectueerd; als voorbeeld de site van de schrijver Bert Blommers, die hyperlinks natuurlijk wel toestaat (anders zou die heel lastig te vinden zijn), maar embedding en inline-linking niet.
Ik heb er uitdrukkelijk voor gekozen een zodanig script of plugin niet op mijn website op te nemen. Wil je het echter voor jouw site wel? Zet deze code in jouw .htaccess-bestand (wel even aanpassen voor jouw domein) en inline-linking en embedding is voortaan onmogelijk!
Dit is niet de enige mogelijkheid. Er zijn nog vele andere mogelijkheden om embedding en inline-linking naar afbeeldingen, documenten en zelfs webpagina’s van buiten het domein onmogelijk te maken. Zo heeft WordPress, één van de grootste websites CMS ter wereld een aantal plugins om inline-links, emdedded links en zelfs printing van (delen van) pagina’s onmogelijk te maken. En dat allemaal om uitvoering te (kunnen) geven aan die jurisprudentie en het auteursrecht te beschermen.
In latere jurisprudentie zijn nadere opkomende vragen beantwoord. Vaste jurisprudentie is inmiddels ook geworden dat het niet uitmaakt of er sprake is van een aanklikbare link of een embedded link, waarbij dus de content op dezelfde pagina wordt geopend (o.a. HvJ 21 oktober 2014, BestWater en Rechtbank Den Haag, 11 januari 2017 ECLI:NL:RBDHA:2017:218), noch of er zelfs sprake is van een zgn. inline-link, waarbij geen enkele nadere actie van de gebruiker noodzakelijk is (HvJ EU 9 maart 2021, ECLI:EU:C:2021:181 (VG Bild-Kunst tegen SPK)2). Deze vragen hadden allemaal betrekking op de techniek, op de wijze waarop naar beschermd werk werd gelinkt. Juridisch was de belangrijkste resterende vraag nog of een hyperlink naar een illegaal opgenomen werk op een openbare website is toegestaan, nog niet beantwoord. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat linken naar illegaal opgenomen werk niet mag maar toch leidde het tot een uitvoerige rechtsgang.
Misbruik van “Echte meisjes in de jungle” is GeenStijl
In het TV-programma van RTL “Echte Meisjes In De Jungle” gaan verschillende bekende Nederlandse reality-tv sterren de strijd met elkaar aan in de jungle. Aan de presentator is het de taak om de dames een beetje fatsoenlijk met elkaar om te laten gaan. Één van de bekendste deelneemster aan dat programma was Britt Dekker, die in 2011 nog meedeed aan een foto-shoot van het ‘mannenmagazine’ Playboy. Deze foto-shoot, of beter gezegd, de foto’s daarvan lekten uit en een zipfile met alle weinig verhullende foto’s verscheen bij de Australische filesharingsite Filefactory. Dat ‘nieuwsfeit’ werd gemeld op Powned met vervolgens een deeplink van het blog GeenStijl naar die zip-file onder het motto “Nieuws!! Een streng beveiligd blootblad dat zijn security niet op orde heeft!”
Sanoma, de uitgever van Playboy heeft GeenStijl voor de rechtbank Amsterdam gedagvaard om verwijdering van de link te bewerkstelligen. Deze eis werd gehonoreerd, waarop GeenStijl beroep aantekende bij het Hof Amsterdam. Dit Hof vernietigde het vonnis van de Rechtbank omdat het van oordeel dat was dat bij de link naar het werk op zich geen sprake was van een nieuw publiek, nu het bestand al eerder openbaar was, maar het oordeelde wel dat GeenStijl onrechtmatig handelde omdat het werk illegaal was geopenbaard en GeenStijl daarvan kennis droeg. GeenStijl gaat daarom in cassatie en onze Hoge Raad besloot deze vragen hierover aan het Hof van Justitie voor te leggen.
- “Is er sprake van een ‘mededeling aan het publiek’ in de zin van art. 3 lid 1 van Richtlijn 2001/29 als een ander dan de auteursrechthebbende door middel van een hyperlink op een door hem beheerde website verwijst naar een door een derde beheerde, voor het algemene internetpubliek toegankelijke website, waarop het werk zonder toestemming van de rechthebbende beschikbaar is gesteld?
- En maakt het daarbij verschil of het werk ook anderszins niet eerder met toestemming van de rechthebbende aan het publiek is medegedeeld?
- Is van belang of de ‚hyperlinker’ op de hoogte is of behoort te zijn van het ontbreken van toestemming van de rechthebbende voor de plaatsing van het werk op de genoemde website van de derde en, in voorkomend geval, van de omstandigheid dat het werk ook anderszins niet eerder met toestemming van de rechthebbende aan het publiek is medegedeeld?
De vraag is in zoverre lastig te beantwoorden omdat het Hof natuurlijk niet wil komen tot een oordeel dat alle hyperlinks naar auteursrechterlijk beschermd werk tevoren de toestemming nodig hebben van de auteursrechthebbende omdat daarmee een onwerkbare situatie in de informatievoorziening gaat ontstaan, maar anderzijds staan ze ook niet buiten deze wereld en weten ze dat er legio dubieuze hyperlinks zijn naar auteursrechterlijk beschermd materiaal, zoals de foto’s van Britt.
Het hof komt dan ook met een zeer uitvoerige uitspraak, die je hier kunt vinden.
Het Hof (Tweede kamer) verklaart voor recht: “Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet aldus worden uitgelegd dat, om vast te stellen of het plaatsen, op een website, van hyperlinks naar beschermde werken die zonder toestemming van de auteursrechthebbende vrij beschikbaar zijn op een andere website, een „mededeling aan het publiek” vormt in de zin van die bepaling, bepaald moet worden of deze links zijn verstrekt zonder winstoogmerk door een persoon die geen kennis had, of redelijkerwijs geen kennis kon hebben, van het illegale karakter van de publicatie van die werken op die andere website, dan wel of, integendeel, voornoemde links met een dergelijk oogmerk zijn verstrekt, in welk geval deze kennis moet worden vermoed.”
In eenvoudiger Nederlands: Je pleegt inbreuk op het auteursrecht als je linkt naar werken waarvan je kennis had dat die in strijd met het auteursrecht op die andere website staan, met de aanvullende nuance daarop door het Hof dat “als je met winstoogmerk linkt ” jij moet bewijzen dat je niet wist dat er sprake was/is van inbreuk.
Anders gezegd: Niet-commerciële website-beheerders hoeven bij het gebruik van hyperlinks naar auteursrechterlijk beschermd werk op openbare websites geen nader onderzoek te doen naar de herkomst van dat werk, indien zij geen kennis dragen of vermoeden konden hebben dat het werk er in strijd met het auteursrecht op was gezet.
En verder?
Nu is nog het wachten op een uitspraak waarin de vraag wordt beantwoord of een verkregen link naar een beschermd werk op een site, waarbij de maatregelen om het werk te beschermen werden omzeild door bijvoorbeeld het webcrawlen van Google, door een website zonder winstoogmerk ook een schending van het auteursrecht oplevert. Tegen zulk een link kun je heel gemakkelijk aan lopen omdat Google links verzamelt naar beschermde content en die ook openbaar maakt, ook al heeft de website-beheerder maatregelen genomen om dat onmogelijk te maken. En hoe makkelijk dat gaat heb ik zelf vandaag 27 juni 2024 kunnen vaststellen: via images.google.nl kwam ik met een eenvoudige zoekopdracht zo op een ‘illegale’ link naar de foto van SpoorPro “De Zuidwestboog bij Meteren ‘op papier’.© ProRail/animatiefilmpje” die op de website “encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=….” stond (om geen auteursrecht te schenden heb ik vanzelfsprekend niet de rest van de link naar de afbeelding opgenomen). Ik weet uit andere bron dat Spoorpro maatregelen heeft genomen om haar content te beschermen (je moet een abonnement afsluiten om bij beschermde content te kunnen komen) en in dit geval mag ik de link dus niet opnemen. Je staat er versteld van hoe vaak dit voor komt: Brein (laat ik zeggen ‘de anti-piraterij-waakhond’) heeft in 2016 het aantal van 2,6 miljoen links naar illegale content door Google laten verwijderen. Zie daarvoor deze pagina. Op Google Transparantierapport kun je de huidige stand zien van de verzoeken tot verwijdering die aan Google wereldwijd zijn gedaan.3)
Internationaal
Schending van het auteursrecht leidt meestal tot een civielrechtelijke aansprakelijkheid met schadevergoeding tot gevolg, en alleen bij opzet tot een strafrechtelijke actie (Artikel 31 van de Auteurswet 1912 bepaalt “Hij, die opzettelijk inbreuk maakt op eens anders auteursrecht, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie”). Dat betekent dat bij niet opzettelijke ongeoorloofde publicatie van beschermde inhoud niet de plaats van handeling (het oproepen van de site, en dat kan overal ter wereld zijn) van belang is, maar de plaats van de zetel (de oorsprong) van de website. Heb jij jouw webhosting in Nederland is het Nederlandse Auteursrecht van toepassing. Is de auteursrechthebbende van het beschermde werk op jouw site een Amerikaan, dan heeft hij, op grond van de twee Internationale verdragen die hierboven zijn genoemd, een auteursrecht naar Nederlands recht en niet op basis van het amerikaanse ‘fair use’ in hun common law en zijn dus de Nederlandse bepalingen van toepassing. De meeste persoonlijke websites in Nederland zullen hun zetel wel in Nederland hebben, maar vroeger kwam je nog wel eens persoonlijke websites tegen bij Geocities.com dat later is overgenomen door Yahoo en tot 2009 actief was, een Amerikaanse hosting-bedrijf, en dan lag jouw zetel in de V.S. waardoor je met de Digital Millennium Copyright Act (DMCA) te maken had kunnen krijgen.
Gettyimages is al zover
Ik vind het opvallend dat een belangrijke en grote Amerikaanse website op het gebied van afbeeldingen, GettyImages, op zijn Nederlandse download-pagina, waarop je licenties voor het publiceren van afbeeldingen kunt kopen (variërend van € 150,- tot € 475,- prijspeil juli 2024), aan niet commerciële websites de mogelijkheid biedt om gratis een code te downloaden om de gewenste afbeelding te embedden! Of zoals ze het zelf zeggen: “Gratis toegang tot meer dan 66 miljoen beelden om fantastische niet-commerciële websites en blogs te creëren. Gebruik onze uitgebreide collectie om uw beeldmateriaal te updaten zo vaak als u wilt.” Zouden zij ook de uitspraken van het Europese Hof van Justitie in het oog houden? Je zou het haast denken, hoewel er in hun Algemene Voorwaarden strengere voorwaarden worden verbonden dan die door het Europese Hof aan het linken naar beschermde werken zijn opgelegd.
Vandaar dat ik deze afbeelding van Staatssecretaris Stientje van Veldhoven door middel van de Getty-image code maar even opneem, wier portret op mijn pagina Milieuzones in Nederland de directe aanleiding voor deze pagina is geweest.4)
Embed from Getty ImagesOpvallend is wel dat ze een aantal ‘beveiligingsopties’ hebben ingebakken: je kunt door middel van <rechtermuis-knop> niet de adreskoppeling van de afbeelding (de link dus) achterhalen, de afbeelding niet kopiëren (anders dan door screenshot) en als je afmeting, plaats op de pagina, doorloop e.d. wil wijzigen heb je grondige kennis van HTML nodig. Dat betekent niet dat het niet kan, maar is niet erg eenvoudig.
En veel van onze kranten blijven achter
Ook opvallend: veel van onze kranten blijven achter door foto’s niet te beschermen. Probeer maar eens: ga naar de website van een krant naar keuze, klik een artikel aan (soms krijg je dan te zien dat het gedeelte alleen voor abonnenementhouders is, dus dan kun – en mag – je niet verder), ga met de muis op een afbeelding staan en klik met de rechtermuisknop. Kies “afbeelding openen in een nieuw venster”. Er opent zich een nieuw venster en klik dan met de rechtermuisknop op de afbeelding en kies “Adres van de afbeelding kopiëren”. Je hebt nu de link naar de afbeelding op een vrij toegankelijke website die geen enkele maatregel heeft genomen om de afbeelding te beschermen. Je hoeft je niet aan te melden, geen abonnement af te sluiten of ook maar iets anders te doen. Je hoeft dus echt geen ICT-Wizz-Kid te zijn om achter een link van een afbeelding te komen! En als die afbeelding op een openbare website staat die vrij toegankelijk is, mag je er vanuit gaan dat die link legaal is! (ook al zegt de website dat je “Geen inbreuk (mag) maken op de (intellectuele eigendoms)rechten van de krant of van de auteurs, in ruime zin, die werken op onze websites en apps plaatsen”; immers, dat doe je niet omdat je zonder toestemming van de auteursrechthebbende die afbeelding mag opnemen middels een link op jouw website).
Samenvattend:
- Je mag een (hyper)link op je website zetten die verwijst naar een auteursrechterlijk beschermd werk op een andere vrij toegankelijke website zonder dat je daarvoor de toestemming nodig hebt van de auteursrechthebbende;
- Een hyperlink is evenwel niet is toegestaan indien die andere website alleen toegankelijk is voor leden of er andere beperkende maatregelen zijn getroffen waardoor het linken naar die beschermde werken niet vrij toegankelijk is. Zo kan een website-beheerder met een eenvoudig script voorkomen dat links naar (delen van) zijn website kunnen worden geëffectueerd en mogen die maatregelen niet worden omzeild. Het enkel aangeven, op welke wijze dan ook, dat het linken niet is geoorloofd is onvoldoende.
- Niet-commerciële website-beheerders hoeven bij het gebruik van hyperlinks naar auteursrechterlijk beschermd werk op openbare, vrij toegankelijke websites geen nader onderzoek te doen naar de herkomst van dat werk, indien zij geen kennis dragen of vermoeden konden hebben dat het werk er in strijd met het auteursrecht op was gezet.
(Oorspronkelijk opgesteld: 24 juni 2024) Laatstelijk aangepast: 26 juli 2024
1) Begin 2024 schijnen er onverlaten vanuit Duitsland aan het werk te zijn geweest die webbeheerders aanschreven waarbij ze constateerden dat die webbeheerders een Amerikaans Copyright schonden; tevens verzochten zij om dit op te heffen door een licentie te kopen ad € 850,- per gebruikte afbeelding. Ik kan in Nederland géén Amerikaans auteursrecht schenden, alléén een Nederlands auteursrecht.Er gaat kennelijk ook al in deze wereld veel humbug om! Ik heb in april 2024 het genoegen mogen hebben om door een ‘auteuirsrechthebbende’ te worden aangeschreven wegens schending van het auteursrecht met bijgevoegd een link naar een pdf- file, waarin – denk ik – een virus verborgen was. Mijn Linux Operating System kon daar echter niets mee, maar de melding was kennelijk fake. <terug>
2) Opmerking voor hobbyisten: Er zijn websites die door scripts het zogenaamd framen van pagina’s onmogelijk (proberen te) maken door een ‘refresh’-techniek te gebruiken; bij een refresh wordt dan de pagina in het parent-venster geopend. Dit is evenwel afhankelijk van het type web-browser en de daarbij ingestelde opties. Als voorbeeld (let wel: afhankelijk van jouw browser) kun je eens kijken naar Nperf.<terug>
3) In deze zaak overwoog het Hof: “Meer bepaald volgt uit de rechtspraak van het Hof allereerst dat de techniek van framing, die erin bestaat dat een pagina van een website in meerdere kaders wordt verdeeld waarbij in één van die kaders via een aanklikbare link of een geïntegreerde link (inline linking) een element zichtbaar wordt dat van een andere site afkomstig is, zodat voor de gebruikers van die website verborgen blijft uit welke omgeving dat element afkomstig is, een handeling bestaande in een mededeling aan het publiek is in de zin van de in de punten 30 en 31 van dit arrest genoemde rechtspraak, aangezien die techniek tot gevolg heeft dat het weergegeven element ter beschikking staat van alle potentiële gebruikers van die website (zie in die zin arrest van 13 februari 2014, Svensson e.a., C‑466/12, EU:C:2014:76, punten 20, 22 en 23). Voorts volgt uit de rechtspraak van het Hof dat aangezien de techniek van framing dezelfde techniek gebruikt als die welke reeds gebruikt is om het beschermde werk op de oorspronkelijke website aan het publiek mee te delen, namelijk die van het internet, deze mededeling niet voldoet aan de voorwaarde dat zij wordt gedaan aan een nieuw publiek, en zij dus geen „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 is, zodat daarvoor niet de toestemming van de houders van het auteursrecht nodig is (zie in die zin arrest van 13 februari 2014, Svensson e.a., C‑466/12, EU:C:2014:76, punten 24‑30).
Dirk Visser van Visser, Schaap & Kreijger blies aanvankelijk nog de loftrompet over de Advocaat-Generaal bij het Hof in deze zaak, omdat die van mening is dat het inbedden in een webpagina van werken van andere websites door middel van automatische links (inline linken) altijd de toestemming van de houder van de rechten op die werken vereist. Het Hof heeft echter de AG in deze niet gevolgd.<terug>
4) Er valt sinds de ontwikkeling van Artificial Intelligence (AI) een significante toename te constateren van het aantal verzoeken aan Google tot verwijdering. Bij de 3 meest actieve organisaties is dat als volgt:
a. Link-Buster: vóór AI 4 miljoen verzoeken per maand, na AI 35 miljoen verzoeken per maand;
b. MG Premium: vóór AI 3 mijoen verzoeken per maand, na AI 9 miljoen verzoeken per maand;
c. Comeso: vóór AI 350.000 verzoeken per maand, na AI 9 miljoen verzoeken per maand.
Nog niet valt vast te stellen of hier door AI veel valse verzoeken tussen zitten, nu je immers op basis van de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie ook naar de broncode moet kijken; dat een beschermde afbeelding schijnbaar op een andere site staat waarvoor géén licentie is verstrekt is immers niet voldoende!! Ik ben wel benieuwd of Google daar op enig moment een onderzoek naar gaat doen.<terug>
5) Op 20 juni 2024 kreeg ik een mailtje van het Bureau Fair Licensing van het ANP waarin gesteld werd dat ik mogelijk onrechtmatig gebruik maak van de afbeelding van Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (niet de op deze pagina opgenomen afbeelding overigens) door deze op mijn website te plaatsen zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Als je een foto gebruikt, moet je er voor betalen, aldus de gebiedende toon van de e-mail. Dit probleem kon ik oplossen door een licentie te kopen à raison van € 350,-. Ik heb daarop het Bureau onmiddellijk bericht dat hier gebruik werd gemaakt van embedding via een inline-link naar hun vrij toegankelijk, openbare website onder toezending van de broncode van het betreffende gedeelte van mijn website en dat er volgens vaste jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie bijgevolg geen sprake is van een melding aan een nieuw publiek nu door het ANP geen maatregelen zijn genomen om het werk af te schermen. Er kwam vervolgens een geautomatiseerd antwoord binnen dat zij binnen 3 werkdagen zouden reageren, waaraan tot op heden (thans inmiddels ruim een maand geleden) geen gevolg is gegeven. Alles behalve netjes om niet eens een seintje te geven waarom het antwoord wat langer op zich laat wachten en dat stelt me – om het zachtjes uit te drukken – zeer teleur (anders gezegd:🖕) . Daarom heb ik besloten om naar aanleiding van dat bericht van het ANP, toch geen kleintje als het om auteursrechten gaat, de mogelijkheid tot het gebruik van embedding en inline-links maar eens duidelijk en expliciet op mijn site te vermelden. Doe er allemaal je voordeel mee, zou ik zeggen. <terug>