Geschikte brandblussers

Er zijn vele soorten brandblusmiddelen beschikbaar: de poederblusser, de CO2-blusser, de blusdeken en natuurlijk ook water. Maar welk is het meest geschikt?

Blusdeken

Blusdekens hebben als doel de zuurstoftoevoer bij een brand te stoppen. Door het bedekken van de brandhaard met een blusdeken kan er geen zuurstof meer bij de brand komen en dooft de brand. Een blusdeken is gemaakt van onbrandbare of slecht-brandbare stof (glasvezel, geïmpregneerde wol of ander onbrandbaar materiaal) en hangt vaak aan de wand in een rode verpakking.

Bij een beginnende brand kan een blusdeken over de brandhaard worden gelegd. Hierbij moet de doek bij de punten worden vastgepakt en om de handen worden gewikkeld. De blusdeken legt u rustig, van u af gericht, op de brandhaard waarbij het de gehele brand dient te bedekken. De brandhaard moet net zo lang bedekt blijven met de deken tot het vuur is gedoofd en ook de hitte is verdwenen.
Als een blusdeken wordt gebruikt om brandende kleding op een slachtoffer te doven dan moet de kleding en het lichaamsdeel strak worden gewikkeld in de blusdeken. Let er vooral op dat het vuur niet bij het gezicht kan, door de blusdeken strak bij de hals te bedekken.
Het is belangrijk dat blusdekens op een makkelijk bereikbare plek hangen waar iedereen hem weet te vinden. Blusdekens hangen vaak in ruimtes waar open vuur aanwezig is. Blusdekens zijn voor eenmalig gebruik, indien u een blusdeken heeft gebruikt dan moet u een nieuwe aanschaffen.

Mogelijke branden die geschikt zijn om te blussen met een blusdeken:

Kleding
Kleine branden (asbakken, prullenbakken)
TV-toestellen, computerbeeldschermen

Vlam in de pan?

De brandweer raadt aan om een vlam in de pan niet te blussen met een blusdeken. Uit een onderzoek van de Brandwonden Stichting in samenwerking met brandweer Gelderland-Zuid is gebleken dat er twee typen blusdekens worden verkocht. De ene blusdeken is geschikt voor alle branden terwijl de andere blusdeken ongeschikt is om olie en vetbranden mee te blussen. De ongeschikte deken vat bij het afdekken van de pan zelfs vlam. Daarom is het advies van de brandweer: gebruik geen blusdeken bij een vlam in de pan. Welke typen dekens slecht werken is niet bekend gemaakt.

Poederblussers

Poederblussers zijn brandblussers die een speciaal bluspoeder bevatten. Sommige poederblussers staan permanent onder druk, andere worden bij gebruik pas onder druk gezet.
Het poeder in een poederblusser heeft een groot blussend vermogen. Het verstikt de brand door de brandstof en zuurstof gescheiden te houden, waardoor het vuur uitdooft. Een poederblusser is geschikt voor vele soorten branden, zoals vaste stof- en vloeistofbranden, elektriciteit- en gasbranden. Er bestaat echter geen poeder dat alle soorten branden kan blussen. Daarom zijn er poederblussers met drie soorten bluspoeders voor de verschillende brandklassen. De ABC poederblusser heeft een mengsel van ammoniumfosfaat en ammoniumsulfaat en is vooral geschikt voor vaste stof-, vloeistof-, en gasbranden. De BC poederblusser heeft een mengsel van natriumbicarbonaat en kaliumbicarbonaat en is het meest geschikt voor vloeistof- en gasbranden. De D poederblusser tenslotte heeft een mengsel van natriumchloride en werkt het best bij metaalbranden.

Ernstige nevenschade!

Bij een poederblusser moet wel ernstig rekening worden gehouden met nevenschade. Bij het blussen met een poederblusser komt een grote wolk poeder vrij. Bluspoeder is heel fijn, zelfs nog fijner dan Saharazand en gaat echt overal in zitten. Met name de schade aan elektronische apparatuur is groot. Bovendien is er kans dat de brand opnieuw oplaait, als er niet goed geblust is. Het vrijgekomen poeder moet met een industriële stofzuiger worden verwijderd. De poederblusser is daarom vooral goed bruikbaar wanneer een brand snel geblust moet worden, waarbij de nevenschade van ondergeschikt belang.

De poederblusser is eigenlijk alleen geschikt voor de brandweerman, in handen van de persoon die er al meer mee gewerkt heeft, in de handen van een persoon die er nog nooit mee gewerkt heeft is hij leeg voor de brand uit is met heel veel nevenschade.

De sproeischuimblusser

De sproeischuimblusser wordt steeds meer toegepast. Voor de meeste plaatsen is een sproeischuimblusser de beste keuze. De sproeischuimblusser is geschikt voor de brandklassen A en B en eventueel voor de brandklasse F (zie verderop). In tegenstelling tot de poederblusser veroorzaakt de sproeischuimblusser weinig nevenschade. Er kan met de sproeischuimblusser zeer plaatsgericht geblust worden, waarna de ruimte snel weer in gebruik genomen kan worden. De sproeischuimblusser kan prima gebruikt worden op elektrische apparatuur. Door de speciale sproeimond is de vernevelde blusstraal van de sproeischuimblusser niet elektrisch geleidend.

Deze brandblusser is geschikt voor het blussen van vaste organische- en kunststoffen (brandklasse A). Brandklasse B, betekent dat de sproeischuimblusser een blusmiddel bevat om vloeistofbranden te blussen, zoals benzine en olie.
Brandklasse F betekent, dat de sproeischuimblusser een blusmiddel heeft om bijvoorbeeld een frituurvet brand te blussen. Vet branden zijn moeilijk te blussen doordat er herontsteking kan ontstaan. Zodra de temperatuur van olie of vet oploopt tot boven de 320C vindt zelfontbranding plaats en vliegt het vet of de olie spontaan in brand. Doordat de temperatuur zo hoog is zal water uit een blusmiddel explosief verdampen en het hete vet zeer fijn verneveld worden door de ontstane stoomwolk. Een sproeischuimblusser met brandklasse F bevat blusmiddel dat zorgt voor een gasdichte laag boven het frituurvet. Het schuim heeft een sterk koelende werking en vermengt zich gedeeltelijk met het vet, waardoor herontsteking voorkomen wordt.

Sproeischuimblussers zijn gevuld met water en een schuimvormend middel. Het blussen gebeurt door het afdekken van de brandhaard met het schuim. Hierdoor kan er geen zuurstof meer bij de brandhaard komen en dooft het vuur. In mindere mate zorgt het schuim ook voor afkoeling van het brandende materiaal. De meest toegepaste sproeischuimblussers ( de AFFF sproeischuimblussers) hebben een speciale spuitmond waardoor elke druppel vloeistof wordt afgewisseld met lucht. Hierdoor ontstaat een nevel, die niet elektrische geleidend is. Het mengen van lucht met de vloeistof zorgt voor een langere blusduur. Door deze lange blusduur en doordat er weinig nevenschade ontstaat, is deze AFFF sproeischuimblusser zeer geschikt voor het kantoor, de werkplaats, op school, in het ziekenhuis, voor de showrooms en het woonhuis. Voor buitentoepassing is er een vorstbestendige sproeischuimblusser.

Het gebruik van een sproeischuimblusser:

1) Verbreek het zegel en trek de borgpen uit. Het handvat niet inknijpen!
2) Neem de slang in de hand. Bij een vetbrandblusser is het verstandig om deze met een metalen lans te hebben.
3) Controleer de werking van de sproeischuimblusser door kort in te knijpen, gericht op de grond.
4) Nader de brandhaard tot op drie meter.
5) Houd de sproeischuimblusser laag en richt in een kleine hoek op de brandhaard.
6) Beweeg de blusslang rustig van links naar rechts over het vuur.
7) Is de brand geblust, dan rustig achterwaarts weglopen.

De Kooldioxideblusser

Kooldioxide blussers herkent u aan de grote zwarte koker waar de blusstof uit komt. Deze blusser is minder geschikt voor huis-, tuin-, en keukengebruik, omdat u er wel goed mee om moet kunnen gaan. Het uiteinde van de koker wordt zeer koud ( -80°C), zodat u derdegraads brandwonden kunt oplopen. Houd de blusser daarom altijd aan het handvat vast.
De werking van een kooldioxideblusser berust op het verdrijven van de zuurstof bij een brand. Hiervoor zorgt de kooldioxide.

Deze brandblusser is ongeschikt voor gebruik in een camper en zeker in handen van een niet geoefend persoon. Kooldioxide is verstikkend voor mens een dier, relatief duur, verwaait heel snel, kan brandwonden veroorzaken en je moet geoefend zijn om er mee om te kunenn gaan.

Samenvattend:

  1. Een blusdeken is handig voor kleine brandjes (prullenbak, asbak), en daarnaast een
  2. sproeischuimblusser van minimaal 6 kg voor de andere brandjes.

laatstelijk gewijzigd: 16 november 2018